Columns, Locatie-onafhankelijk

Werk jij binnenkort vanaf een bounty-eiland?

Nieuwe schnabbel: stukjes schrijven voor de online versie van Intermediair. Hieronder een sneak peak en de link naar andere columns van mijn hand.

Door hoofdredacteur Michael van Dorp werd ik benaderd met de vraag of ik zin had om voor zijn carrièresite te schrijven. Een gewaagd voorstel, want de doelgroep van Intermediair bestaat uit loonarbeiders. Omdat ik een uitdaging niet uit de weg ga, ben ik enthousiast

Stel je voor dat het niet meer uitmaakt waar jij je werk doet. In plaats van door de files naar het kantoor te tuffen, stap je thuis in pyjama achter je computer.

Nee, wat zeg ik – je pakt gewoon het vliegtuig naar een bounty eiland en werkt vanuit een strandstoel. Binnen handbereik een kokosnoot met een rietje erin en na die slopende werkdag een spotgoedkope voetmassage. Gewoon, omdat het kan.

Werken vanuit het buitenland
Klinkt dit iets te fantastisch? Dan heb ik nieuws voor je: heel veel Nederlanders werken al zo. Programmeurs, e-book uitgevers, pokeraars, webdesigners en internetondernemers, om maar wat voorbeelden te noemen, beseffen steeds vaker dat ze overal vandaan kunnen werken. Het enige wat ze nodig hebben is een laptop en een internetverbinding. Zelf pakte ik –tekstschrijver van beroep– eind 2012 mijn biezen.

Bekijk het gehele blog hier. Andere blogs die ik voor Intermediair schrijf, vind je via deze link.

Read More
Columns

‘Kun je er geen boek over schrijven?’

Tussen de tientallen nieuwsbrieven en spam vind ik ook weleens een interessant mailtje. Op 14 mei bijvoorbeeld, toen een uitgever mij een mailtje stuurde. Hij las mijn site over werken vanuit het buitenland met plezier.

‘Heb je zin om een wat uitgebreider boek te schrijven over het onderwerp?’ viel hij met de deur in huis. ‘Ik denk dat jij met je boodschap, kennis en ervaring een groter publiek zou moeten aanspreken.’ Of ik niet even telefonisch wilde sparren.

Ezelsoren

Een boek uitgeven. Zo’n ding van papier dat gewoon in de boekenkast past. Ezelsoren en koffievlekken. Pennenstrepen en boekenleggers. Heeft dat eigenlijk wel zin? Ik had het nooit als serieuze optie overwogen. Teveel gedoe en te weinig opbrengsten. Een e-book hoeft niet langs de eindredacteur en de drukker. En het mooie is: bijna het complete verkoopbedrag is voor de auteur.

Maar gaat het alleen om de pegels? Misschien had die uitgever, wiens naam ik in dit stadium nog even in nevelen hul, toch wel gelijk en spreek ik via de boekhandels en bibliotheken een groter publiek aan. Mensen die niet actief op internet zoeken naar manieren om vanuit het buitenland te werken, maar wie het idee erg aanspreekt.

Stoer

En stiekem vind ik een eigen boek, via de traditionele weg uitgegeven, ook heel stoer. Want zeg nou zelf: wie wil er nou geen eigen boek op zijn CV? Als ik cursussen en presentaties wil geven, is het een grote voet tussen de deur.

Kijkend naar het contract wordt één ding me duidelijk: je schrijft geen boek om er rijk van te worden. Maar dat had ik al opgemaakt uit gesprekken met andere auteurs. Je schrijft een boek om je naamsbekendheid te vergroten en je reputatie te verstevigen.

De digitale voorganger van het boek blijkt in trek, momenteel is het rustig qua werk en de klik met de uitgever is er. En hoe vaak komt het voor dat een auteur wordt benaderd door een uitgever, in plaats van dat hij met het manuscript moet leuren? Genoeg redenen om ervoor te gáán.

Werkzomer

Het lijkt me duidelijk: deze zomer, als de rest van de wereld op vakantie is, ga ik aan mijn boek werken. En als beloning verkas ik na de publicatie naar een warm, goedkoop en ver buitenland. Maar daarover meer in mijn volgende blog…

Deze column verscheen eerder op NUzakelijk, waar ik tweewekelijks voor schrijf.

Read More
Columns

Coworking is vaak iets té leuk

Coworking, het delen van een kantoor met andere zelfstandigen, is leuk. Maar vaak iets té leuk en daar betaal je letterlijk en figuurlijk een hoge prijs voor.

Rondneuzend op de websites van Nederlandse cowork-stekken zie ik lounges met ergonomische stoelen, bureaus die op alle manieren verstelbaar zijn, met glaswanden afgescheiden privékantoortjes, de nieuwste concurrenten van de Senseo in de koffiehoeken, pingpongtafels en tafelvoetbal en om de één of andere reden altijd een Golden Retriever in zijn mand bij de ingang.

Gezelligheid, interactie en ontspanning lijkt in deze kantoren centraal te staan. En laat ik eerlijk zijn, deze ‘comfort’ working-kantoren zijn onweerstaanbaar.

Maar zijn ze de tot maar liefst vijftig euro oplopende dagprijs wel waard als de werkelijke reden voor je bezoek ligt in het afronden van dat belangrijke project? Hoe weegt het resultaat op tegen de prijs die je voor al dit comfort betaalt?

Ideaal

Terwijl ik dit schrijf, bevind ik mij op twaalf kilometer hoogte, ergens tussen Spanje en Turkije. Een vlucht die lang genoeg is om de netbook uit zijn hoes te bevrijden. Stevig vastgegespt in een oncomfortabale vliegtuigstoel, met slapende buren naast me en een allesoverheersend geruis van de motoren in de cabine, blijkt dit de ideale werkomgeving.

Het is niet de eerste keer dat ik productief ben in een vliegtuig. Eerder dit jaar schudde ik tijdens een vlucht van Nederland naar Spanje het eerste hoofdstuk van een e-book en een artikel voor een website uit mijn mouw.

Eye-opener

In het tijdsbestek dat in zo’n flashy coworkkantoor zou zijn opgegaan aan een partijtje tafeltennis, een smaakvolle kop koffie, een stoeipartij met de kantoorhond en het checken van de laatste Twitter-updates, verzette ik verrassend veel werk. Ook kostte die vlucht mij minder geld dan een dagje coworken in Nederland.
Dit was een echte eye-opener. In mijn zoektocht naar meer comfort en inspiratie was ik de kernwaarden van succesvol zelfstandig ondernemen uit het zicht geraakt: zelfdiscipline en productiviteit. Daarom pleit ik voor een revolutie op het gebied van coworking.

Slechte koffie

Het wordt tijd dat er eens een ondernemer opstaat met een nieuw concept. Een flexwerkkantoor waar werken weer een werkwoord is. Spartaanse schoolbanken en geen scheidingswanden meer tussen de bureaus.
Wat zeg ik? Helemaal geen stoelen en bureaus meer, maar statafels. Want als staand vergaderen zo effectief is, dan is staand werken dat ook. Voeg daar slechte koffie aan toe, verlaag de toegangsprijs en coworking wordt weer de moeite waard.

Deze column verscheen eerder op NUzakelijk, waar ik tweewekelijks voor blog.

Read More