• Home
  • Blog
  • Dat nostalgische werkwoord ‘computeren’

Dat nostalgische werkwoord ‘computeren’

0 comments

Toen ik de spreekwoordelijke drie turven hoog was, kon ik urenlang op de zolderkamer Lemmings spelen. Ik weet nog hoe ik een feestdag (misschien was het Kerst, maar waarschijnlijk Pasen) maar liefst acht uur lang achter de pc zat. Toen ik eindelijk besloot er de brui aan te geven, schaamde ik me diep. Ik had maar liefst acht uur vergooid aan computeren.

In de tachtiger en negentiger jaren was dat werkwoord nog heel gewoon. Computeren was iets dat je alleen deed of misschien met z’n tweeën. Meestal ging het om spelletjes spelen, want ze heetten toen nog niet games, maar ik kon net zo goed urenlang pielen met PrintMaster of WordPerfect.

De tijden veranderen

“Zit je nou alwéér te computeren?”
“Die zit te computeren op zolder.”
“Oh, da’s wel handig voor bij het computeren.”

Veel gebezigde uitspraken in mijn jeugd. Maar tegenwoordig computeren we eigenlijk niet meer. In plaats daarvan zijn we aan het werk, aan het gamen, aan het internetten (ook al in gevaar van uitsterving) of zitten we op Facebook of welke website dan ook.

Overbodig werkwoord

Dit heeft ongetwijfeld te maken met de ruimtelijke verplaatsing van computers. Waar deze grote, zware machines eerst alleen in het achterkamertje pasten, hebben de laptops en vervolgens de smartphones en tablets de computers alomtegenwoordig gemaakt. Niemand kan ze meer negeren en vrijwel niemand kan er meer zonder. Een computer is zo gewoon te worden, dat er geen werkwoord meer nodig is voor het gebruik ervan.

Technologie verandert onze taal in rap tempo. Heb jij andere voorbeelden van nieuwe of juist weer verdwenen werkwoorden? Deel ze hieronder.

About the Author

Follow me


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}